De geschiedenis van de platenspeler

De geschiedenis van de platenspeler gaat terug tot de late 19e eeuw, toen Thomas Edison de fonograaf uitvond, die geluidsopnamen kon maken en afspelen op een cilinder. Hoewel hedendaags digitale muziek de industrie heeft overgenomen, blijft de platenspeler een populair component onder audiofielen en muziekliefhebbers. Maar hoe heeft de platenspeler zich ontwikkeld?

De grammofoon
In 1887 ontwikkelde Emil Berliner een platenspeler die gebruik maakte van een platte schijf in plaats van een cilinder, wat de eerste echte grammofoon werd. De platen die toentertijd waren gemaakt van een combinatie van schellak en katoen waren sterk genoeg om herhaaldelijk afgespeeld te worden. Dit was de eerste echt versie van de platenspeler die we nu kennen.

De platenspeler
In de jaren 1900 en 1910 werden platenspelers steeds populairder en werden ze in steeds grotere aantallen geproduceerd. In 1925 was het dan tijd voor de eerste elektrische platenspeler, die gebruik maakt van een elektrisch versterkte naald om het geluid te versterken. Dit zorgde voor een betere geluidskwaliteit en een groei in de populariteit van de platenspeler.

In de jaren ’40 en ’50 werden platenspelers nog populairder, vooral onder tieners die rockmuziek wilde afspelen. In de jaren ’60 kwamen stereoplatenspelers op de markt, waarmee het mogelijk was om stereogeluid op te nemen en af te spelen.

Wisselende populairiteit
Met de opkomst van cd’s en digitale muziek in de jaren ’80 en ’90 werden platenspeler minder populair. Steeds meer mensen deden hun vinylcollectie weg of bewaarde hem op de zolder. Heinz Lichtenegger geloofde hier niet in begon met het produceren van platenspelers. Jaren later loonde dit en is er weer een hernieuwde belangstelling voor vinylplaten en platenspelers.